Dinsdag 9 augustus

Wakker worden om 6:00 uur door rondstampende, pratende mensen, na een nacht van vier uur slaap door een bed met een kuil erin is niet het fijnste wat er is. Helaas gebeurde dat dus wel, ik (Lieke) lag samen met Shirley in een twijfelaar met een diepe kuil in het midden. We hebben twee nachten bij een gastgezin geslapen, met fijne en minder fijne dingen, maar daar kom ik later op terug. Een gezin met een moeder, vier dochters, een zoon en een vader die ’s avonds laat thuiskomt van zijn werk. Er loopt ook nog een neef rond, die ’s nachts werkt. Niemand spreekt Engels, behalve de oudste dochter. Ze heet Diane, is 20 jaar oud en wacht tot ze naar de universiteit kan in september. De neef heet Très Bien, vertaald in het Nederlands heet hij dus ‘heel goed’. Ook zijn Engels kan er mee door, maar echt gesprekken voeren lukt niet. Met de moeder praten we Frans en Engels door elkaar en de andere kinderen praten zo goed als niet. Meer dan “goodmorning”, “thank you” en “nice to meet you” komt er niet uit. Oké, op naar de fijne en minder fijne (oftewel zeekoe) dingen. Gelukkig zijn er meer fijne dan minder fijne, zoals dat we superwelkom in dit gezin zijn, het eten best wel oké is, het gezellig was, en ze onze schoenen hebben gepoetst (na honderd keer gezegd te hebben dat ze dat echt niet moesten doen). Dan de iets minder fijne: een gat van 20 meter in de grond als wc, de paniek die er was toen Hannah en Samira een avond bij ons in het gastgezin waren, omdat hun gastgezin niet thuis was en pas ’s avonds laat thuiskwam van een bruiloft in Kigali. Ook hadden we zoals al eerder gezegd niet zo’n fijn bed, mijn voeten kwamen zo’n 15 cm over de rand heen (ik ben dan ook wel een lange Nederlander in een bed voor kleine Afrikanen) en door de grote kuil in het midden rolden we heel de tijd naar elkaar toe en was er niet veel sprake van slapen. Maar goed, we hebben het naar ons zin gehad en dat is het belangrijkst.

Na een ontbijt van omelet, brood, passievrucht en thee maken we foto’s, wisselen we onze Facebookgegevens uit en lopen we samen met Inge, Emma, Samira, Hannah en hun gastgezinnen naar de kerk om met de rest van de groep verder te gaan met het programma. We nemen afscheid met een knuffel en lieve woorden en zien Diane met tranen in haar ogen achterblijven als we weglopen. In het huisje naast de kerk is al een groot deel van de groep aangekomen. Iedereen doet lekker rustig aan en we wachten tot het programma start. Het ochtendprogramma is praten met moeders die HIV-positief zijn. Ze vertellen ons hun verhaal en hoe de regering hen helpt met onder andere gratis medicijnen. Als we hierover geïnformeerd zijn, kunnen we zelfgemaakte spullen kopen. Met het hiermee opgebrachte geld kunnen zij eten kopen. Na dit bezoek en gesprek is er de keus om een waterput te bezoeken. Als je dat liever niet wilt kan je in het huisje blijven. Dat doe ik dan ook, even mijn rust pakken. Er wordt gelezen, geschreven, geslapen, gepraat en gelachen. Het is gezellig, maar wel lekker rustig, zodat iedereen die het nodig heeft even tot rust kan komen.

DSC_8846

Een klein groepje maakt een wandeling naar de waterput, 20 minuten verderop. Ik (‘Gerrie’) hou gewoon mijn slippertjes aan, maar ik kom er al gauw achter dat ik die beter had kunnen omwisselen voor wat degelijkere schoenen. We struikelen en glijden hele stukken naar beneden over de typisch roodgekleurde Afrikaanse zandwegen. Er loopt een Rwandees naast me die het geen probleem vindt om me een handje te helpen bij moeilijke afdalingen. De ‘korte wandeling’ valt te vergelijken met een flinke alpentocht, al is de omgeving toch iets anders: bananen- en avocadobomen, nieuwsgierige dorpelingen en kinderen, kleine simpele huisjes/hutjes, mooie bergen en dalen. Een uur later komen we uiteindelijk aan bij de waterput. Daar staan enkele kleine jongetjes bij met grote jerrycans water in hun hand. Een kereltje klautert als een aapje de diepe put in om water te halen, met z’n voeten langs de muur. Levensgevaarlijk, want als je erin valt, dan kom je er niet meer uit. DSC_8872_picOp de vraag of hier nooit ongelukken gebeuren, wordt er gelachen: “wij weten wel hoe we dat moeten doen.” We staan verbaast te kijken. Natuurlijk willen wij ook even proberen hoe het is om met zo’n jerrycan op je hoofd te lopen. Dat blijkt niet mee te vallen, maar sommigen van ons proberen het toch: resultaat: anderhalve meter bergop. Daarna showt onze gids even hoe het hoort: met één armzwaai brengt hij 20 liter water rechtstreeks op z’n hoofd. We staan perplex. De tocht naar de waterput maken zij twee keer per dag. Indrukwekkend. Wij vervolgen onze weg terug naar ‘huis’. Onderweg liggen er allemaal mooie stenen op de grond, waar we ons als kleine kinderen op storten. De gidsen moeten lachen, maar zijn wel bereid om het verschil tussen de stenen uit te leggen. Verderop komen we twee kleine kinderen tegen. Gelukkig hebben we nog stickervelletjes bij ons en krijgen ze allebei een sticker op hun shirt. In no-time duiken er minstens twintig andere kinderen op. Waar die nou ineens vandaan komen…

DSC_8905

Twee uur na vertrek voegt de waterputgroep zich weer bij ons en rusten we lekker uit. We doen vandaag eigenlijk zo goed als niets, wat voor sommigen lekker is om uit te rusten. Voor anderen is het juist minder fijn, omdat zij juist moe worden van niks doen. Een tijdje later is het tijd om Remera te verlaten en drie uur lang in het busje naar Huye te rijden. We stoppen soms voor plaspauzes (en een grote stop voor Jeffry, ik bespaar jullie de details), maar rijden over het algemeen goed door.

IMG_2790

Het is al donker tegen de tijd dat we aankomen in Huye en we eten pas nadat de tassen zijn uitgepakt en de bedden zijn verdeeld. Dat duurt dus wel even. Voor mij helaas geen avondeten, want ik krijg ineens weer last van heimwee (huilen) en knallende hoofdpijn (nog meer huilen). Ik duik mijn uitgekozen bed in, tussen Shirley en Sifra en onder Samira, en voor mij is de dag voorbij. Slaap lekker en tot morgen!